Kop van Brabant krijgt geen tweede fase

WERKENDAM – De tweede fase van het bedrijventerrein Kop van Brabant bij Werkendam kan niet gerealiseerd worden in verband met de aanvraag bij UNESCO om de Nieuwe Hollandse Waterlinie aan te wijzen tot werelderfgoed.

De drie gemeenten en de provincie Noord-Brabant hebben de conclusie getrokken dat uitbreiding van het bedrijventerrein aan de zuidkant niet door kan gaan. Als gevolg hiervan kan de reeds aangekochte grond niet worden verkocht als bedrijfsgrond, maar als veel goedkopere landbouwgrond.

Dat kost de gemeente Aalburg bijna 550.000 euro, Werkendam 1,6 miljoen euro en Woudrichem 820.000 euro. De provincie zal hiervan 2,5 miljoen euro vergoeden.